Nederlands – Literatuur:
Bouwe Brink V5A | http://www.bouweee.blogspot.nl
Bouwe Brink V5A | http://www.bouweee.blogspot.nl
Opdrachten: Joost van den Vondel
1. Noem ten minste twee redenen waarom Vondel al in
zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’.
- Omdat hij zo’n fanatieke schrijver was en zijn mening erg duidelijk liet horen, kwam er veel opschudding en interesse in zijn werk. En in zijn werk komt veel voor in politieke en godsdienstige onderwerpen.
- Omdat hij zo’n fanatieke schrijver was en zijn mening erg duidelijk liet horen, kwam er veel opschudding en interesse in zijn werk. En in zijn werk komt veel voor in politieke en godsdienstige onderwerpen.
2. Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.
- Hij was vroeger een kousenhandelaar, hiermee verdiende die goed. Maar toen zijn zaak ten onder ging, kreeg hij een baantje bij de Amsterdamse Bank van Lening en dat verdiende heel slecht. Ook werd zijn werk vaak gewantrouwd en dus gingen mensen niet snel zijn boeken kopen.
3. Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.
a. Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
- Vondel vergelijkt iemand die veel van een ervaren oudere staatsman had geleerd, die zijn leermeester Seneca dood liet gaan door onthoofding.
b. In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
- Hij gebruikte in het gedicht veel personages en metaforen om personen en gebeurtenissen die echt bestaan uit te drukken.
c. Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven?
- Dat de andere partij uiteindelijk schuldig was.
d. Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
- Ja, je kunt het bekijken in het Vondel-museum
Opdrachten: Pieter Corneliszoon Hooft
1. Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde uitdragen? Noem er drie.
- Leidinggevenden moesten het belang van het land boven hun eigen belang zetten en de mensen die onder hun stonden goed behandelen.
-Toen hij een keer in Frankrijk en Italië de renaissance kunst en de oudheid beter leerde kennen, werd hij nog blijer. Hij vond dat Nederland daar een voorbeeld aan moest nemen! Toen hij terug kwam in Amsterdam ging hij zich focussen op de modernisering van de Nederlandse literatuur.
2. Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.
a. Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrecht in dit lied.
- Sijbrecht is een prachtige vrouw die een goed voorbeeld is van hoe je je niet moet gedragen terwijl je in een relatie zit met iemand. Sijbrecht misbruikt een man om een relatie met haar te krijgen. Sijbrecht slaat hem en verteld hem dat hij het slaan maar moet verdragen, als hij echte liefde voor haar heeft.
b. Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
- Dat echt liefde zo sterk is dat het niet kan worden verbroken
3. Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.html en lees sonnet 134 en sonnet 292.
a. Vergelijk deze sonnetten met ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het Terzijde bij deze pagina (Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je overeenkomsten of verschillen?
- Overeenkomsten zijn dat ze allemaal rijmen op de zelfde manier en ze gaan ook eigenlijk allemaal over de liefde (vaak de onbereikbare liefde zoals vaak in Shakespeare gedichten wordt gebruikt omdat het over verdriet en pijn gaat).
b. Voldoen de sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.
- Een sonnet is een veertienregelig metrisch gedicht. Het is hoogst waarschijnlijk de populaire dicht vorm, omdat het door de eeuwen heen heel vaak is gebruikt. Een sonnet heeft ook vaak een keerpunt in de inhoud en dat gebeurt vaak na de 8ste regel. Dat was in de renaissance heel anders want daar kopieerde mensen vaak elkaar. Maar dat deed P.C. Hooft niet.
Opdrachten: Constantijn Huygens
1. Minimaal 10 stukken van komische toneel in 17e eeuw. Vermeld je
zoekstrategie en omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek onder
komisch toneel hebt verstaan.
De zoekstrategie die ik heb gebruikt is dat ik een heleboel schrijvers en dichters van die tijd heb opgezocht en deze schrijvers en dichters heb ik de onderstaande lijst gezet. Ik heb een aantal goede sites gevonden met correcte informatie.
Wat ik versta onder komisch toneel is een niet al te lang toneelstuk dat veel grappen bezit en waar veel om kan worden gelachten en dat de acteurs ook van zichzelf al grappig zijn want dat zou het nog komischer maken.
Lijst:
De zoekstrategie die ik heb gebruikt is dat ik een heleboel schrijvers en dichters van die tijd heb opgezocht en deze schrijvers en dichters heb ik de onderstaande lijst gezet. Ik heb een aantal goede sites gevonden met correcte informatie.
Wat ik versta onder komisch toneel is een niet al te lang toneelstuk dat veel grappen bezit en waar veel om kan worden gelachten en dat de acteurs ook van zichzelf al grappig zijn want dat zou het nog komischer maken.
Lijst:
Gerrit Hendicxsz van Breughel:
1. Breughels boertige cluchten. Van Bouwen en Pleun, ende van Gobbert haren sone, die met Koten spelende een wijff crijcht (1610)
2. Een cluchte van d’een ende d’ander twee soldaten, eenen ouden broer met een jonge boerin zijn wijff ende een aerdige weerdin (1612)
1. Breughels boertige cluchten. Van Bouwen en Pleun, ende van Gobbert haren sone, die met Koten spelende een wijff crijcht (1610)
2. Een cluchte van d’een ende d’ander twee soldaten, eenen ouden broer met een jonge boerin zijn wijff ende een aerdige weerdin (1612)
Thomas Assselijn:
1. De kwakzalver (1692)
1. De kwakzalver (1692)
Bredero Jan Jansz Starter & W.D. Hooft:
1. Door-trapte Meelis en J. Noozeman: Lichte Klaartje (1999)
1. Door-trapte Meelis en J. Noozeman: Lichte Klaartje (1999)
Pieter Bernagie:
1. De belachelijke jonker en Studente-leven (1882)
1. De belachelijke jonker en Studente-leven (1882)
Abraham Bormeester, Willem Godschalck van
Focquenbroch & Ysbrand Vincent:
1. De hoogduitsche Kwakzalver (1692)
1. De hoogduitsche Kwakzalver (1692)
Willem Ogier:
1. De Gramschap (1645)
2. De hooveerdigheydt (1644)
3. Droncken Heyn (1639)
1. De Gramschap (1645)
2. De hooveerdigheydt (1644)
3. Droncken Heyn (1639)
Constantijn Huygens:
1. Tryntje Cornelis
1. Tryntje Cornelis
2. Leg uit wat een puntdicht/ epigram is en geef twee voorbeelden uit het
werk van Huygens.
Een puntdicht is een
kort gedicht met pakkende of geestige gedachte. Een puntdicht wordt vaak een
epigram genoemd. In een puntdicht/epigram wordt er ook veel gebruik gemaakt van
woordspelingen.
2 voorbeelden van puntdichten/epigrammen
van Huygens die ik heb gevonden zijn:
Gichtighe Pier:
Pier lagh in 't Bed en steend': (hij
hadder geld en goed na,
Om diep te deelen in 't Gebreck van
rijcke liên):
Ick vraegd' hem hoe hij voer: Haest,
seid' hij, sal men 't sien;
Ick ben al halver weegh genesen, op twee
voet na
Schoon bewijs:
Dirck vraegt aen alle liên die m'
Edeluyden noemt,
Of 't mancken Adel is daer hij sich af
beroemt:
Alsoo sijn' Grootemoer, van over hondert
jaeren,
En 's Princen Grootemoer twee volle
Grootmoers waeren.
3. Schrijf zelf twee originele puntdichten
Series
Ik kijk ze vaak
Als ik ze kijk wordt ik geraakt
Ik kijk ze elke dag
En altijd verschijnt er weer een lach
Patat
Vrijdag is de dag
Dat ik patat eet met een lach
Ik eet altijd wat friet
En dit zorgt ervoor dat ik geniet
Vrijdag is de dag
Dat ik patat eet met een lach
Ik eet altijd wat friet
En dit zorgt ervoor dat ik geniet
4 . Overkoepelende vraag
Waarom worden volgens jou Vondel, Hooft
en Huygens nog steeds interessant gevonden binnen de Nederlandse literatuur? Je
antwoord beslaat 150 woorden.
Ik denk dat Vondel, Hooft
en Huygens heel belangrijk zijn en waren voor de Nederlandse literatuur. Ik
denk dat ze erg bekend zijn geworden omdat ze alle drie in hun eigen bepaalde
schrijfstijl hun werken hebben geschreven, en ik denk dat ze daardoor in hun
tijd bekend zijn geworden en omdat hun werken zo mooi en goed waren zijn ze ook
nog eens lang onthouden. Een andere reden dat ze interessant worden gevonden is
dat er heel veel informatie is te vinden over deze schrijven in tegenstelling
tot andere schrijvers waar weinig informatie over te vinden is. En een groot
deel van hun werken is daarnaast ook erg goed bewaard gebleven. Ook zijn de onderwerpen die er worden besproken in hun werken ook nu nog actueel en daarom zijn ze ook nu nog interessant denk ik. En ten slotte denk ik dat hun werken een erg goed beeld geven van de situaties in de tijd dat zij leefden en dat is erg interessant.